Zangeres/songwriter/actrice Gemma van Eck werd op 5 februari 1957 als Gemma Bernardina Wilhelmina Maria van Eck in Diepenveen geboren. Ze is de middelste van de drie kinderen (oudere zus Maria-Theresia en jongere broer Gerard-Wim) uit het gezin van Bernardus W. M. van Eck (technisch directeur Erven Lucas Bols) en Anna-Maria Henderika Voorvaart. Haar eerste naam, tevens roepnaam, heeft Gemma te danken aan de Italiaanse apothekersdochter Gemma Galgani (1878 – 1903) , die in 1940 door de Rooms Katholieke Kerk heilig werd verklaard. Door haar dochter naar Gemma Galgani te vernoemen sprak Anna van Eck-Voorvaart haar erkentelijkheid uit voor het feit dat ze ooit na een noveen op wonderbaarlijke wijze was genezen.
Gemma van Eck groeit op in een harmonieus gezin. Niet alleen normen en waarden staan centraal bij haar opvoeding, maar vooral ook de vrijheid om persoonlijke talenten te ontwikkelen. Al op jonge leeftijd is Gemma van Eck geïnteresseerd in muziek. Ze gaat naar pianoles en neemt zanglessen bij Corrie Daniskas - van Zwieten, die verbonden is aan het Conservatorium in Rotterdam.
Als actrice debuteert ze in 1978 in de film ‘Dokter Vlimmen’ (naar het gelijknamige boek van Anton Roothaert), waarin de hoofdrollen zijn weggelegd voor Peter Faber en Monique van de Ven. Gemma van Eck vertolkt in deze film de rol van een prostitué.
In dezelfde periode maakt Gemma van Eck haar televisiedebuut. Samen met Marnix Kappers presenteert ze voor de TROS de serie ‘De laatste ronde’. Dat levert haar een uitnodiging op om in 1978/1979 mee te gaan werken aan de theaterproductie ‘Showtime’ van Mini & Maxi (Karel de Rooij en Peter de Jong).
Haar zangkwaliteiten zijn in 1979 voor sterrenproducer Peter Koelewijn reden om rond Gemma van Eck de meidengroep ‘Babe’ te formeren. Naast Monique Hagemeyer (later: Margot van de Ven) en Rita van Rooy breekt ze als leadzangeres van ‘Babe’ zowel nationaal als internationaal door. Met ‘Babe’ (de tegenhanger van ‘Luv’) treedt ze tot eind 1981 talloze malen in heel Nederland op en staat ze ook in Duitsland, België, Polen, Korea, Indonesië en Libanon op de bühne en voor de camera’s.
Met ‘Babe’ haalt Gemma van Eck veel veelvuldig de hitlijsten: Please me please do (1979), Never listen tot a bouzouki player (1979), Wonderboy (1979), Oh lala I’m falling (1980), The drunken sailor (1980), The kiss (1980), My Malaysia (1980), Mister Blitzer (1981), Ticks a thumps my heart (1981) en I’m a rocking machine (1981).
Omdat ze zich in muzikaal en artistiek opzicht verder wil ontplooien besluit Gemma van Eck eind 1981 het hit-trio ‘Babe’ te verlaten. Nadat ze zangeres Marga Bult heeft ingewerkt maakt ze definitief plaats voor haar opvolgster.
In 1982 neemt ze in de U.K. voor de grammofoonplatenmaatschappij ‘Peer Southern Productions’ in de Londense ‘Snake Studio’s’ haar eerste soloplaat op: ‘For the first time’. Op de b-kant komt het door Gemma zelf geschreven nummer ‘It’s me or Jane’ te staan. Ook haar tweede single ‘Why don’t you do what’s right’ wordt in Engeland opgenomen.
Naast veel muzikale radio- en televisieoptredens presenteert ze in 1983 voor de AVRO het radioprogramma ‘Ademloos’ en het tv-programma ‘Wie waagt die wint.’ Beide programma’s staan in het teken van de motor- en autosport, waardoor Gemma van Eck al langere tijd is gefascineerd. Geïnspireerd door de autoracerij haalt ze in 1984 op het Circuit van Zandvoort haar racelicentie en gaat in binnen- en buitenland voor Toyota rijden.
Om haar artistieke horizon te verbreden pendelt ze twee jaar lang (1984-1986) heen en weer tussen Nederland en Los Angeles. Ze neemt acteerlessen bij Allan Rich. Gemma van Eck leert er veel internationale artiesten kennen, zoals Al Jarreau, Tom Jones, Michael Douglas en The Scotti Brothers, de producers van Sylvester Stallone. Haar eerste optreden in Los Angeles is tijdens een groot benefietconcert in het befaamde ‘Beverly Theatre’ in Beverly Hills.
Van 1987 tot 1989 schittert Gemma van Eck in Nederland en België in het theater in een
productie van het ‘Koninklijk Ballet van Vlaanderen’. Als Lady Jacqueline Carstone vertolkt ze de hoofdrol in de musical ‘Me and my girl’. Aansluitend staat ze bijna drie jaar lang (1987 – 1990)
met Toon Hermans op de planken. Samen met Toons zoon Maurice en later ook met Dick Rienstra zingt ze liedjes van haar beroemde werkgever, die tot de grote drie van het Nederlands cabaret wordt
gerekend. Het liedjesprogramma, waarmee de one-man-show van Toon Hermans avond aan avond wordt ingeluid, ontwikkelt zich tot de mini-musical “Theatre Pittoresque Mecanique”. Na vele uitvoeringen
in het theater wordt dit programma door de VARA verfilmd en op tv uitgezonden.
Achter de schermen van de one-man-shows van Toon Hermans leert Gemma van Eck zijn pianist/arrangeur Erik Vlasblom (1963) kennen. Er is meteen een muzikale klik tussen de twee. Later volgt een
persoonlijke relatie die in 1990 uitmondt in een huwelijk. Toon Hermans is een van de officiële getuigen bij de huwelijksvoltrekking. Hun beider muzikale en artistieke talenten bundelen Gemma van
Eck en Erik Vlasblom in 1993 in hun bedrijf ‘Erik Vlasblom Music Productions’. Samen vormen ze de spil van talloze composities, bedrijfsmusicals en andere (commerciële) theaterproducties. Tot hun
opdrachtgevers behoren o.a. Beursgang Brunel, Vereniging Eigen Huis en Rabo 100 jaar.
In 2005/2006 speelt Gemma van Eck één van de hoofdrollen in de musical ‘Diva’s in nood’, een productie die speciaal voor de Stichting ‘De Zonnebloem’ is geschreven door Edwin de Jongh. Dankzij het succes van deze musical wordt dezelfde cast in 2007/2008 ook gevraagd voor ‘The Mood’, een theaterproductie over de legendarische ‘Andrew Sisters’. Gemma kruipt dan in de rol van Patty Laverne.
Naast artiestenmanager John van Katwijk, theater- en televisiemaker, presentator en muziekproducent Maurice Wijnen en choreograaf Marc Forno is Gemma van Eck in 2007 als jurylid te zien in de televisie-talentenjacht ‘So you wanna be a popstar’, die door de commerciële zender SBS wordt uitgezonden.
In 2008 komt er aan zowel het huwelijk als aan de artistieke samenwerking tussen Gemma van Eck en Erik Vlasblom een einde. Beiden besluiten in goed overleg elk hun eigen weg te gaan.
In 2009/2010 speelt Gemma van Eck de rol van Burgemeester Mathilda in ‘All Shook Up/Love me Tender’, de Nederlandse versie van een Amerikaanse musical gebaseerd op de grootste hits van Elvis Presley. Naast Gemma van Eck schitteren o.a. René van Kooten, Brigitte Heitzer, Fred Butter en Harry Slinger in deze productie van Joop van den Ende.
Een opeenvolging van tegenslagen in haar persoonlijke leven (het plotselinge overlijden van haar beide ouders, het onverwachte verlies van haar zwager, de huwelijksbreuk en de dood van haar huisdieren) in combinatie met het feit dat ze ondanks haar verdriet consciëntieus en plichtsgetrouw blijft werken bezorgt Gemma van Eck een zware burn-out. Wanneer ze daarna het slachtoffer wordt van ernstige digd-code-fraude is Gemma van Eck lange tijd uit de running.
Medio 2015 zorgt een telefoontje van producer Melchior Rietveldt van NLFactor BV te Laren ervoor dat Gemma van Eck ‘back in (show)business’ is. Melchior Rietveldt reageert enthousiast op een serie songs, die Gemma van Eck schreef nadat ze zich vanwege haar burn-out uit het publieke leven had teruggetrokken. Hij biedt haar een contract aan. Met Gemma van Eck als co-producer neemt Melchior Rietveldt in de zomermaanden zes door haar zelf gecomponeerde songs op. Er worden plannen gemaakt voor de opname van een compleet album, dat in de loop van 2016 zal verschijnen. Gemma van Eck beschouwt de eigentijdse en perfectionistische aanpak van Melchior Rietveldt als een verlengstuk van haar eigen muzikale talenten.
Vooruitlopend op het album wordt in oktober 2015 de single ‘Love is the magic word’ van Gemma van Eck uitgebracht. De single wordt ondersteund door een clip, die enkele weken daarvoor door Dorothea van der Staaij in en bij Beachclub O op het strand van Noordwijk is opgenomen. Met de release van de nieuwe single maakt Gemma van Eck haar rentree in de showbizz en is ze klaar om weer als singer/songwriter de planken op te gaan.
Laren, oktober 2015